fbpx

5 hormonen die gewichtsverlies negatief kunnen beïnvloeden

You are here: Home / 5 hormonen die gewichtsverlies negatief kunnen beïnvloeden

Gitte Smolders Diëtist PowerSlim

1 mei 2020

Crashdiëten zijn steeds minder populair én de meeste mensen begrijpen dat blijvend gewichtsverlies een combinatie is van meerdere leefstijlfactoren. Zoals gezond eten, bewegen, slaap, ontspanning en stressreductie. Toch kunnen bepaalde hormonen roet in het eten kunnen. Ze kunnen er namelijk voor zorgen dat het gewichtsverlies stagneert.

Wat zijn hormonen?

Hormonen zijn onze signaalstoffen. Ze worden door hormoonklieren via de bloedbaan of aan doelcellen of -organen afgegeven. Hormoonklieren geven hormonen direct aan het bloed af. Via ons bloed worden ze vervoerd naar allerlei plekken in het lichaam waar ze werkzaam zijn. Hormonen hebben verschillende functies in het lichaam, maar zijn doorgaans betrokken bij lichaamsprocessen zoals voortplanting, groei en stofwisseling.

De invloed van hormonen op je gewicht

Onze hormonen zijn bij allerlei lichaamsprocessen betrokken én kunnen daardoor (in)direct invloed uitoefenen op je gewicht. Ze kunnen namelijk onze eetlust beïnvloeden doordat ze betrokken zijn bij het verzadigingsgevoel, energieopslag en eetbuien. Hormonen bepalen zelfs op welke plekken we vet opslaan én kunnen elkaar beïnvloeden. Het kan namelijk zo zijn dat als een hormoon verandert, andere hormonale processen ook veranderen. Deze processen kunnen voor een hormonale disbalans zorgen, wat afvallen lastig kan maken. Er zijn 5 hormonen die invloed kunnen hebben op gewicht, dit zijn:

  1. Insuline
  2. Serotonine
  3. Groeihormoon
  4. Ghreline
  5. Leptine

Insuline

Insuline is een hormoon dat wordt aangemaakt in je alvleesklier. Dit hormoon wordt aan je bloed afgegeven zodra onze bloedsuikerspiegel stijgt na het eten van koolhydraten (zoals rijst, pasta, brood of suikers, maar ook na het eten van bijvoorbeeld fruit). Het lichaam breekt koolhydraten af tot glucose (losse suikermoleculen). Onze bloedsuikerspiegel gaat hierdoor stijgen en de alvleesklier reageert hierop door het hormoon insuline af te geven. Insuline is een soort sleutel van onze cellen en zorgt ervoor dat de glucose kan worden opgenomen en ons lichaam van energie voorziet. Dit is een normaal proces. Er ontstaat een probleem als onze bloedsuikerspiegel te vaak en voor langere tijd te hoog is. Onze cellen worden daardoor steeds minder gevoelig voor insuline, waardoor insulineresistentie ontstaan. Mijn collega diëtist Hylke schreef eerder een artikel over de nadelige effecten van insulineresistentie.  

 Insulineresistentie betekent dat je cellen ongevoelig zijn geworden voor insuline. De suiker blijft dan in je bloedbaan zitten en dit is op lange termijn schadelijk voor je gezondheid. Je lichaam gaat als reactie meer insuline aanmaken om zo toch de suiker uit je bloed naar je cellen te kunnen vervoeren. Insulineresistentie maakt het moeilijk om af te vallen. Gelukkig kun je insulineresistentie wel doorbreken door veranderingen aan te brengen in je leefstijl. Een voedingspatroon moet er op gericht zijn om het insulineniveau in het bloed zo laag mogelijk te houden. Dit kun je doen door een koolhydraatarm voedingspatroon te volgen. Cellen worden hierdoor gevoeliger voor insuline, wat het afvallen makkelijker maakt. De insulineresistentie kan hierdoor afnamen. Naast een koolhydraatarm voedingspatroon is het raadzaam om voor voedingsmiddelen te kiezen die je bloedsuikerspiegel niet te snel laten stijgen. Dit zijn voedingsmiddelen met een lage Glycemische Index (GI). Daarnaast is het belangrijk om voldoende te bewegen, maximaal 3 keer per dag te eten én dat je de juiste hoeveelheid eiwitten, vezels, gezonde vetten, vitamines en mineralen binnen krijgt. Een PowerSlim voedingscoach of diëtist kan je hierbij helpen.

Serotonine

Serotonine wordt ook wel ons gelukshormoon genoemd. Het zorgt ervoor dat je je gelukkig en blij voelt en ’s ochtends uitgerust wakker wordt. Een tekort aan serotonine kan ervoor zorgen dat je slecht slaapt, depressief voelt en last hebt van angstgevoelens. Serotonine wordt aangemaakt bij een prettige ervaring. Voor veel vrouwen is dit bijvoorbeeld al door het eten van een stukje chocolade. Dit euforische gevoel wordt veroorzaakt door serotonine. Na het eten van suikers maakt het lichaam ook serotonine aan.

Het eten van suikers zorgt er ook voor dat er insuline wordt aangemaakt. Insuline zorgt er weer voor dat de hoeveelheid serotonine afneemt. Je kunt dit merken aan een suikerdip. Je hebt weer behoefte aan suikers om je happy te voelen. Ga je weer snoepen, stijgt de hoeveelheid insuline en daalt je serotoninelevel verder. Hierdoor kom je in de welbekende vicieuze cirkel terecht. Bovendien zorgt de constante aanmaak van insuline ervoor dat jij niet afvalt. Om dit te doorbreken kun je het beste suikers laten staan. Wanneer je dit doet zul je merken dat je beter in je vel zit en je gelukkiger gaat voelen.

Groeihormoon

Het groeihormoon is verantwoordelijk voor het repareren van cellen en weefsels, groei en spieropbouw. Het speelt voornamelijk een rol bij een gezonde stofwisseling. Het wordt aangemaakt door de hypofyse. De hypofyse is een klier in onze hersenen. Het groeihormoon vertraagt de aanmaak van vet, maar verhoogt daarentegen de afbraak van vet. Ons lichaam maakt groeihormoon aan tijdens intensief sporten en als we slapen. De productie van groeihormoon kan verstoord raken als je vlak voor het slapen nog gaat eten, maar het kan ook verstoord raken als je insuline- en serotoninegehalte uit balans zijn. Het lichaam gaat meer vet opslaan en bouwt daardoor minder spieren op.

Je kunt je groeihormoon in balans brengen door koolhydraten voornamelijk (geraffineerde) suikers te laten staan. Ook intensieve lichaamsbeweging kan er voor zorgen dat het groeihormoon toeneemt, maar goed slapen en vlak voor het slapen gaan niet meer eten zijn eveneens van belang.

Ghreline en leptine

Nummer 4 en 5 kunnen we samen nemen. Ghreline is een hormoon dat vooral afgescheiden wordt door de maagwand en wekt onze eetlust op. Leptine is een hormoon dat een rol speelt bij verzadiging. Een verstoring van ghreline en leptine kan leiden tot overeten. Beide hormonen hebben dus invloed op onze eetlust. De een geeft een seintje dat we moeten gaan eten (ghreline), terwijl de ander aangeeft dat we genoeg hebben gegeten (leptine).

Een slechte nachtrust kan tot een verstoring van deze hormonen zorgen. Dit komt omdat wanneer je onvoldoende slaapt je meer ghreline én minder leptine aanmaakt. Dit betekent dat je eetlust toeneemt en minder geremd wordt door leptine. Je zal ervaren dat op deze dagen het je meer moeite kost om verleidingen te weerstaan. Voldoende rust, ontspanning en slaap zijn erg belangrijk voor de juiste balans van deze hormonen.

Conclusie

Al deze hormonen hebben (in)direct invloed op elkaar. Een juiste balans is belangrijk en handhaaf je door een gezonde leefstijl dat bestaat uit gezonde voeding (niet te veel snelle suikers, voldoende eiwitten, gezonde vetten, vitaminen en mineralen), voldoende beweging, rust, ontspanning en slaap.